Voorwoord
Stijn en Storm zijn van die jongens waarvan je weet, die vallen niet in zeven sloten tegelijk.
Maar als dan, na goed en wel één regel gelezen te hebben van‘Spookdoelpunt’, de eerste sloot meteen opdoemt en Storm daar in een ongemakkelijke pose bovenhangt, slaat de twijfel toe. Het zal toch niet?Verklappen doe ik niks, daar zijn voorwoorden niet voor. Trouwens, dan zou ik aan de gang kunnen blijven. Want onophoudelijk blijf je je in dit boek die ene vraag stellen: het zal toch niet?
Het nationale jeugdteam doet mee aan het wereldkampioenschap, in Italië. Stijn en Storm zijn vaste waarden. Als de bondscoach zijn opstelling aan het papier toevertrouwt, dan schrijft hij eerst hun namen op. Stijn in de spits, Storm als laatste man. Daarna de andere negen.
(Jongens en meisjes, dat lijkt me ook heel verstandig van die bondscoach – tenminste als die ook aan het einde van het boek nog bondscoach wil zijn.
Want als die bondscoach het te bont maakt, dan schrijft Gerard van Gemert hem in één, twee zinnen zo zijn boek uit, wat dacht je dan? Als het erop aankomt bepaalt in een boek maar één man de opstelling en dat is de schrijver.
De schrijver heeft ook in dit boek het geluk weer aan zijn kant. Zo staat hij ergens in een hoofdstuk precies op de goede plek om een gesprek van twee voetbalscouts op te vangen, waaruit blijkt dat Stijn en Storm op het verlanglijstje staan van de grote clubs in Europa. Ik herhaal: de grote clubs.
Denk je dat een geheim als dit in veilige handen is bij mijnheer Van Gemert?
Ben je mal! Hij deelt dit eerst met ons, de lezers en zorgt er vervolgens wel voor dat Stijn en Storm het ook te horen krijgen en uiteindelijk komen daar weer nieuwe boeken van. Kassa! Van Gemert, we hebben je door, hoor.
Eerst terug naar dit boek. Stijn en Femke zijn verliefder op elkaar dan ooit. Maar zoals altijd, als het halleluja is tussen die twee, verzint de schrijver een kink in de kabel. Die kink is een geheimzinnige jongen met een paardenstaart. Het gaat zo. Je bent nietsvermoedend aan het lezen en hopla, daar duikt hij op, de jongen met de staart, maar voordat je de kans krijgt hem te leren kennen is hij al weer verdwenen. Storm en vooral Stijn raken door hem geobsedeerd en wat ik vooral zo aan de jongen met de staart waardeer is dat hij komt en gaat wanneer hijdat wil en dat ook Gerard van Gemert daar nu eens geen greep op krijgt.
Frank Snoeks is voetbalcommentator van Studio Sport
Geen opmerkingen:
Een reactie posten