vrijdag 16 mei 2008

Gevaarlijk Spel

Het vervolg op Gevecht om de Cup werd Gevaarlijk Spel.

Net zoals in deel één wordt het voorwoord geschreven door de bekende voetbalcommentator Frank Snoeks. In zijn voorwoord van Gevaarlijk Spel vertelt hij op heel mooie wijze wat er in dit boek gebeurt, zonder teveel te verklappen:

In zijn eerste jongensboek liet Gerard van Gemert de show stelen door Stijn Wouters. In het veld, buiten het veld.
Een goed debuut smaakt naar meer. Gelukkig vond de auteur dat zelf ook. Het vervolg op ‘Gevecht om de Cup’ heb je nu in handen. Aarzel niet langer, zou ik zeggen. En begin met lezen. Nu. Dit boek is dat waard.

Onze jonge voetbalheld Stijn speelt natuurlijk weer een hoofdrol. Een hoofdrol, inderdaad. Niet dé hoofdrol. Want nadrukkelijker dan in zijn eerste boek laat de schrijver Stijn en zijn boezemvriend Storm samen optrekken. Waar Stijn is, is Storm. En andersom.
En Stijn en Storm (en met hen, wíj: de lezers) leren ook hun idool Bert Pringel beter kennen.

Geen dag in het leven van Stijn en Storm is saai. Elke bladzijde van dit boek is spannend. Ja, we mogen de schrijver en de uitgever wel dankbaar zijn. Want voor de prijs van één boek heb je nu eigenlijk vier verhalen in handen, elk met hun eigen spanning. Je hebt het verhaal van Stijn en Storm, die met FC Rapitas een gooi doen naar het nationaal kampioenschap, tegelijk is daar de successtory van Bert Pringel, met Kick ’69 in de Champions League en dan is er nog de allesoverheersende vraag of Stijn en Femke ooit samen …….. ?

Oh ja – en het vierde verhaal dan?
Dat zeg ik hier niet. Dat hangt namelijk als een grote, donkere, spannende wolk boven de drie andere motieven van dit boek.
Maar vooruit, een tipje van de sluier zal ik lichten. Als het geschrevene ook in werkelijkheid hád kúnnen gebeuren, dan pas geloven jongens een jongensboek. Aan dit criterium voldoet de vierde, tevens belangrijkste verhaallijn van dit boek ruimschoots.

Wat Bert Pringel in dit boek overkomt, gebeurde Alfredo di Stefano in 1963 in Venezuela en Quini in 1981 in Spanje. Di Stefano, geachte jonge lezer, was de Bert Pringel van de jaren vijftig, zestig: de beste voetballer van zijn tijd. Je zult bij je opa of bij een persoon van opa-achtig kaliber te rade moeten gaan voor de details. En misschien dat je vader of een oom nog wel weet, waardoor ook al weer de topscorer van Barcelona, Quini dus, meer dan een kwart eeuw geleden voorpaginanieuws werd.

Maar stel die vragen pas nadat je dit boek uit hebt. Dit boek is dat waard. Of heb ik dat al gezegd?

Geen opmerkingen: